ELENDIL

Ras:  Mens
Datum van Geboorte:3119 Tweede Era
Datum van Overlijden: 3441 Tweede Era
Woonplaatsen:Romenna in Numenor; Annuminas in Arnor  
Ouders:Vader - Amandil; Moeder – naam onbekend  
Echtgenote: Geen
Kinderen: 2 zonen - Isildur en Anarion
Lengte:7 feet, 11 inches 
Zwaard: Narsil
Embleem: Witte Boom met Zeven Sterren & een Kroon op een zwarte/blauwe achtergrond


Gedetailleerde Biografie:

 Elendil met zijn ruim twee meter lichaamslengte, bijgenaamd de lange, was een zoon van Amandil, de laatste heer van Andúnië. Elendil hoorde tot degenen die de aloude vriendschap met de elven behouden en was tegen de barbaarse praktijken van Ar-Pharazôn.In zijn daden was hij groot: hij was niet gevoelig geweest voor Saurons corrumperende invloeden. Geen andere vorst was zo geliefd bij zijn onderdanen.


Toen Amandil besloot om, in het spoor van zijn voorvader Eärendil naar het Westen te varen om daar genade van de Valar af te smeken, beval hij zijn zoon om een vloot klaar te maken, om uit Númenor weg te varen, naar Midden-Aarde. Met deze zeven schepen ontsnapte hij aan de verwoesting van Númenor, en voer met zijn twee zonen, Anárion en Isildur, naar Midden-Aarde. Hij nam de Palantíri mee naar Midden-Aarde, de kijkstenen, die aan de heren van Andunië waren gegeven door de elfen van Tol Eressëa, evenals een zaad van Nimloth, de witte boom van Númenor. Toen Elendil aankwam in Midden-Aarde, eigende hij sommige landen tot zich toe met de woorden: "Et Eärello Endorenna utúlien. Sinomë maruvan ar Hildinyar tenn' Ambar-metta!"


Deze Quenyaanse uitspraak betekent: Vanuit de Grote Zee naar Midden-aarde ben ik gekomen. Op deze plaats zal ik blijven, en mijn opvolgers, tot het einde van de wereld! Zijn erfgenaam Aragorn II sprak deze woorden toen hij zich de troon van Gondor toe-eigende. Deze traditionele uitspraak werd later bekend onder de naam: Eed van Elendil




Toen zijn zoon Isildur  in T.E.3434 hem het nieuws bracht van de terugkeer van Sauron en zijn aanval op Gondor, wist Elendil dat hij snel moest handelen. Hij was zich ervan bewust dat Sauron in de jaren na de val van Númenor waarschijnlijk een groot leger had opgebouwd, en dat Gondor dringend versterkingen nodig had, wilde het een kans maken tegen Mordor. Elendil ging naar zijn oude vriend Gil-Galad de Elfenkoning, die erkende dat de Elfen nog bij de Númenóreanen in het krijt stonden, en zo leidde de twee koningen de grootste troepenmacht van Mensen en Elfen naar het slagveld die ooit over Midden-Aarde had gemarcheerd. Een gebeurtenis die bekend zou worden onder de naam: Laatste bondgenootschap van Elfen en Mensen.




Aan het einde van een lange belegering in T.E.3441 kwam Sauron zelf uit Barad-Dûr om persoonlijk te vechten. Het beleg duurde erg lang. Hij had het op Gil-galad gemunt en baande zich een weg naar hem toe. Hij greep de Elfenheer bij de keel. Elendil probeerde zijn vriend noch te redden, maar was als volgende aan de beurt. Na een kort duel sloeg Sauron de Koning naar de grond. Om zijn vader te beschermen voerde Isildur een wanhopige reddingsactie uit. Het lukte hem de Ene Ring van Saurons vinger af te snijden... Hierdoor verdween Sauron. Isildur nam de ring mee, en in plaats van hem te vernietigen, wat Elronds en Círdans advies was, hield hij hem. Dit betekende later zijn dood.





Narsil
Het werd gemaakt door Telchar in de dieptes van de dwergenmijnen in Nogrod in de Eerste Era van de wereld. Het was een tijd dat Dwergen en Elfen nog op vriendschappelijke voet stonden. Op het zwaard staan talloze Elfenrunen geschreven en het teken van de zon en de maan. Het werd gegeven aan een van de zonen van Fëanor, waarschijnlijk Celegorm. Na zijn dood kwam het in bezit van Maglor, die het aan Elros gaf. Narsil kon hierna alleen maar gehanteerd worden door het nageslacht van de koninklijke lijn uit Númenor. Later kwam het bij Elendil terecht, die ermee vocht in het Gevecht van het Laatste Bondgenootschap. Later in het gevecht versloeg Isildur Sauron met dit zwaard. Bij het Gevecht bij de Irisvelden vluchtte Ohtar met resten van het zwaard en bracht deze Bij Rivendel en Elrond bewaarde het. Later in de Oorlog om de ene ring liet de Elf het hersmeden en werd het gedragen door Aragorn. Aangezien het werd hersmeed met De Vam Van Het Westen wat anduril heette werd het zwaard voortaan Anduril genoemt.

In de filmversie van The Lord of the Rings, is Narsil niet in twee maar in meerdere stukken gebroken. Bovendien wordt het zwaard pas opnieuw gesmeed in de derde film, vlak voor de Slag van de Velden van Pelennor.

In het boek draagt Aragorn de stukken van het zwaard bij zich als hij de hobbits ontmoet in Breeg, en neemt hij zelf de beslissing om het zwaard vlak voor zijn vertrek uit Rivendel opnieuw te laten smeden. Dit laatste is van belang omdat Aragorn hier bewust een stap neemt in de richting van zijn toekomstige koningschap. Hoewel de tekst op het zwaard onbekend is, heeft men in de film er de volgende tekst opgezet in runen: "Narsil is mijn naam, een machtig zwaard. Telchar heeft mij in Nogrod gemaakt.".






Helm

De helm die werd gedragen door de koning van de Númenorianen zag er iets anders uit dan die van zijn onderdanen.Ten eerste waren er twee grote vleugels met klinknagels op de helm bevestigd, en de tweede liep de voorzijde door in een bronzen neusstuk, waarin de Boom van Gondor was gegraveerd. Ook waren er twee wangplaten aan de helm geklonken en waren er ingewikkelde motieven op het geheel geëtst.





Wapenrusting

Uit hoofde van zijn koninklijke staat was het pantser van Elendil kwalitatief beter dan dat van zijn volgelingen, en had het meer dan verschillende lagen. Zijn tuniek was van dieprood fluweel. Dit was een schaars materiaal in Gondor, maar het kon meegenomen zijn uit Númenor. Elendil droeg dezelfde leren laarzen als alle anderen met dezelfde metalen beenplaten, alleen was alles een forse maat groter. Zijn lichaam werd beschermd door een maliënkolder die tot de ellebogen en de knieen reikte. Als armbescherming droeg Elendil cilindervormige stalen onderstukken die uit twee gebogen platen bestonden en met leren veters om de arm bevestigd waren.

Elendil was een van weinigen uit Gondor die die metalen handschoenen droeg: deze bestonden uit op leer of canvas genaaide maliën, op hun beurt weer vastgezet op leren handschoenen. Onder de stalen schouderplaten van royale afmetingen werd een mantel van fijn zijde gedragen, gevoerd met hermelijn en afgewerkt met gouddraad. De schouderplaten met de leren bovenarmstukken waren met riemen aan de borstplaat vastgezet. Over zijn maliënkolder droeg Elendil een lange fluwelen tuniek, en daarover weer een rijk bewerkte stalen kuras, met in dun brons de Boom, de kroon en de zeven sterren van Gondor. Over het kuras werd een mouwloze wapenrok van rood fluweel gedragen, die met fijn goudbrokaat versierd was. Wanneer hij in volle wapenrusting naast zijn soldaten stond, straalde Elendil meer dan ooit zijn koningschap uit.






Reacties

Populaire posts van deze blog

NAZGUL

BILBO BAGGINS

HET LAATSTE BONDGENOOTSCHAP VAN ELFEN EN MENSEN