HET LAATSTE BONDGENOOTSCHAP VAN ELFEN EN MENSEN

Het laatste bondgenootschap van Elfen en Mensen


Aangezien Elendil en Gil-Galad het initiatief namen in 3430 van de Tweede Era , hadden ze de tijd om zich op deze veldslag voor te bereiden.Beide koningen deden er twee jaar over om hun legers op te bouwen.Elendil en Isildur kwamen met Gil-Galad samen bij de wachttoren van Amon Sûl op Weertop, en leidden hun troepen vandaar naar Rivendel, waar Elrond zich met zijn Elfen bij hen voegde.In Rivendel besteedden ze drie jaar aan het smeden van wapens en het vervaardigen van speren en schilden om zich zo goed mogelijk te bewapenen.Na een barre tocht over de Nevelbergen voeren ze over de Anduin naar het zuiden, terwijl de Elfen uit het Groene Groenewoud en Lórien zich bij hen aansloten; en uiteindelijk ontmoeten ze het Númenóreaanse leger, aangevoerd door Isildurs broer Anárion.Men zegt dat de krijgsmacht die gevormd werd door de troepen van het Laatste Bondgenootschap, het grootste leger was dat sinds de Eerste Era in Midden-Aarde heeft vertoefd: tien maal tienduizend man sterk.


De twee legers marcheerden gezamenlijk over de stenige vlakte van Dagorlad om door te stoten naar Barad-dûr, maar een enorm leger van Orks(500.000 man sterk) kwam hen door de Zwarte Poorten tegemoet.Hoewel het Bondgenootschap al verscheidene weken had gemarcheerd, waren de Elfen en de Mensen klaar voor een confrontatie met hun oudste en gevaarlijkste vijand – en ditmaal voor de laatste keer. Er zouden geen gevangenen gemaakt worden, en deze wetenschap ontketende een gruwelijke energie in de legers van beide partijen.

De twee vijandelijke krijgsmachten vormden een schril contrast: de Elfen en de Númenóreanen vormden gediciplineerde, ordelijke gelederen, terwijl de Orks van Sauron een chaotische meute waren, voortgedreven door een dierlijke agressie.Geen van beide beschikte over oorlogmachines, zoals die een belangrijke rol zouden spelen in de Oorlog om de Ring: deze veldslag zou beslecht worden in man-tegen-man-gevechten.Terwijl de vijandelijke troepen elkaar naderden, liet het Bondgenootschap zijn flanken steeds meer uitwaaieren om de Orks in te sluiten.




Gedurende de gehele manoeuvre hielden zowel Mensen als Elfen hun gelederen op onderling gelijke afstanden. Terwijl de veldslag vorderde, begaven de regimenten zich meer naar plaatsen waar hun aanwezigheid het meest noodzakelijk was. Als de boogschutters van Gondor naar een bepaald deel van het strijdperk gingen, nam een regiment Elfen hun plaats in teneinde afdoende dekking te bieden.

Van de drie bogen die op het slagveld gebruikt werden, was die van de Elfen het meest efficiënt: deze manhoge wapens hadden een bereik van meer dan 300 meter, en de Elfen schoten met een dodelijke precisie.Iedere pijl boorde zich meedogenloos in het vlees van een Ork. De Númenóreaanse boog had ongeveer dezelfde grootte, maar was minder effectief. Afhankelijk van de schutter was het bereik zo’n 250 meter.Sommige van deze bogen schijnen van hol metaal geweest te zijn; dit zou wijzen op een enorm staaltje vakmanschap, maar er is geen enkele bewaard gebleven om deze veronderstelling te bevestigen.



De boogschutters van de Orks, die zich alle in de eerste linie bevonden, hadden slechts kleine grof vervaardigde bogen van hoorn en verdord Mordor-hout: het bereik ervan was minder dan 150 meter. Door hun grotere bereik kon het Bondgenootschap duizenden vijanden uitschakelen voor de legers zich mengden.Toch eisten de giftige pijlen van de Orks een zware tol, en velen vonden op Dagorlad de dood. De strategie van het Bondgenootschap was simpel: de hordes van Sauron vernietigen en de Zwarte Vorst ten val brengen. Voor de Oks lag het nog eenvoudiger: het was doden of gedood worden.


Doordat beide partijen ontelbare pijlen afschoten waarde de dood overal rond. De enorme aantal pijlen die op de Orks neerdaalden, ondermijnden in korte tijd hun toch al zwakke moreel: ze konden geen stap voorwaarts doen zonder angst dat een pijl van de Elfen of van de strijders van Gondor hun leven zouden beëndigen. Dit was een zeer effectieve strategie om hen op afstand te houden, maar door hun numerieke overwicht lukte het sommige Orks toch om over de lijken van kun kamaraden heen te klimmen en het strijdperk te bereiken. Ook deze strijders werden echter al snel neergeschoten door Elfen- of mensenschutters in de eerste linies.




Uiteindelijk werd de druk zo groot dat beide krijgsmachten zich met een imposant geluid van rinkelend staal op elkaar storten. De Orks vielen hun vijanden met dierlijke agressie aan , maar de Mensen en de Elfen gaven geen krimp. De Elfen volgden hun beproefde strategie en stelden telkens meerdere rijen boogschutters op achter een muur van speerdragers met schilden. Dit bood voldoende bescherming om – wanneer er toch een doorbraak kwam – nog op tijd het zwaard te kunnen trekken. Op andere plaatsen in de linies van de Elfen stonden rijen zwaardvechters klaar om oprukkende Orks met één machtige houw naar de andere wereld te helpen. Terwijl de Orks zich woest op hun tegenstanders stortten, hakten de Númenóreanen met hun lange zwaarden op hen in en vingen tegenaanvallen met hun schildarm op. De Elfen hanteerden hun kromzwaarden met dodelijke gratie en hielden hun drie meter lange speren gereed om de Orks als ongedierte te verdelgen. Weinig Orks hadden schilden, waardoor ze beweeglijk, maar ook kwetsbaar waren, en de in Annuminas en Rivendel gesmede klingen deden met iedere slag zwart bloed vloeien.


De meeste brute aanvallen van de Orks bleven aanhouden, en op enkele plaatsen lukte het hun door de gelederen van het Bondgenootschap heen te breken. Ze vochten met een hersenloze energie, slechts voorgedreven door angst en haat jegens hun eeuwige vijand, en vaak wierpen zich met velen op een enkele Elf of Mens en hakten met hun primitieve wapens op hem in of sloegen hun klauwen en tanden in hem. In de strijd die al weken duurde, waren de hordes Orks al flink uitgedund, maar ook het Bondgenootschap had grote verliezen geleden. Veel krijgers waren gesneuveld, en ook enkele Elfenkoningen, inclusief Oropher, Grootheer van Legolas. Uiteindelijk kreeg het Bondgenootschap echter de overhand op het slagveld, en de Orks werden door de Zwarte Poort terug Mordor in gedreven, helemaal naar de Vlakte van Gorgoroth, die tussen Barad-dúr en de Doemberg ligt.



Hier was het land verlaten en troosteloos; de grond was bedekt met grijze as en de hemel was laag en loodkleurig. De lucht was vergeven van zwaveldampen die de Doemberg uitademde; diep in zijn ingewanden laaiden enormevuren en vormden zich giftige gassen. Maar de harten van de Elfen en de Mensen versaagden niet, want de Elfen stonden op het hoogtepunt van hun glorie en de Mensen voelden zich machtiger dan ooit. Aan het hoofd van hun legers stonden Gil-Galad met zijn speer Aeglos en Elendil met zijn zwaard Narsil en niemand kon tegen hen op. De banieren van de Elfenkoningen leken wel sterren in dit lege land, hun lichgroene wapenrusting stak fris af tegen de omgeving, en hun mantels waren blauw als de zee. De Mensen uit Númenor droegen glanzend goud en zilver, en Narsil straalde als de zon en de maan. Om hen heen blonken de vuilgele, giftige ogen van de Orks in de duisternis. Nu ze teruggedreven waren tot op de hellingen van de Doemberg zelf, zaten ze onheroepelijk in de val. Ze vochten nu op eigen terrein, maar ze konden geen kant meer op. Voor hen rukte een genadeloze vijand op, achter hen wachtte hun heer en meester...


Gil-Galad met zijn speer Aeglos



Terwijl de veldslag voortging en dagelijks duizenden Orks sneuvelden, kwam de dag dat de overwinning eindelijk binnen bereik lag. Op dit moment betrad Sauron zelf het slagveld, en hij was vreselijk om aan te zien. Hij was meer dan tweemaal zo groot als de langste strijder, en vele sneuvelde door zijn hand. Sauron hanteerde een enorme knots, waarmee hij in één slag tientallen Elfen en Mensen ombracht. Geen wapen kon hem deren zolang hij de Ring droeg, die om zijn rechter wijsvinger zat. Sauron doodde de moedigste en sterkste krijgers, en wierp hun koninklijke lijfwachten opzij, tot hij voor Gil-Galad en Elendil stond. Hij bukte zich, pakte Gil-Galad bij zijn nek en hield hem voor zijn gezicht. Iedereen keek vol ontzetting en ongeloof toe hoe de Hoge Koning van de Noldor in vlammen opging door de verzengende adem van de razende Sauron. Toen hij zag dat zijn vriend vernietigd werd, voerde Elendil een wanhopige charge uit om hem te wreken, maar hij raakte tijdens deze aanval op Sauron dodelijk gewond.






Isildur probeerde snel het zwaard Narsil van zijn vader op te pakken, maar Sauron stampte de legendarische kling aan stukken. Sauron bukte zich weer om Isildur te grijpen, maar het lukte de edele en dappere zoon om met het afgebroken zwaard de vinger van Sauron af te hakken, met de Ring er nog aan. Deze amputatie van zijn macht deed de geest van Sauron op de vlucht slaan, en zijn lichaam viel krachteloos op de grond.

Toen de Orks zagen dat hun meester verslagen was, sloegen ook zij op de vlucht, en al spoedig waren ze uit het zicht verdwenen. Na deze glorieuze overwinning werd Barad-dûr met de grond gelijk gemaakt, uiteindelijk heeft de oorlog van het laatste Bondgenootschap 7 jaar geduurd, en Mordor werd duizend jaar aan de duisternis overgelaten. Maar de Ene Ring was nog niet vernietigd. Isildur nam de Ene Ring in bezit als smartengeld voor zijn vader en broer en weigerde om hem te vernietigen op aanraden van Elrond. Maar de ring moest worden vernietigd op de plaats waar deze gemaakt is.


Elrond roept: "Isildur ! Vernietig de Ring !" Isildur valt ten prooi aan de macht en invloed van de Ring !

Het Laatste Bondgenootschap wordt na de val van Sauron ontbonden. De elfen waren verbitterd dat de Ene Ring niet werd vernietigd. Zij hadden vele verliezen geleden en hun koningen gingen (Amdír, Oropher, Gil-galad) stierven in de veldslagen en belegering van de Barad-dûr. Doordat de Ene Ring niet werd vernietigd, kreeg Sauron de kans om in de Derde Era terug te keren.

Twee jaar na de oorlog  bij de ramp op de Irisvelden werden Isildur en zijn drie oudste zonen gedood. De Ring raakte verloren doordat hij in de Irisvelden of Anduin viel. De twee koninkrijken Arnor en Gondor lagen ver uit elkaar en werden in de loop van de Derde Era beide vaak aangevallen, totdat Arnor verdeeld raakte en vervolgens vernietigd werd door de Tovenaar-koning van Angmar. Ook Gondor kende weinig rust en verloor zijn macht langzamerhand.



Reacties

Populaire posts van deze blog

NAZGUL

BILBO BAGGINS